Het gezondheidszorgsysteem in Zuid-Afrika behoort tot de top vier gezondheidssystemen, wereldwijd.

Maar dat geldt helaas alleen voor slechts 16.2% van de bevolking dat particuliere zorg kan betalen. Bijna 84% van de bevolking is afhankelijk van de publieke gezondheidssector voor het krijgen van zorg. Goede medische zorg is daarbij vaak alleen beschikbaar in de grote steden. In de rurale gebieden, waar > 40% van de bevolking woont, is de gezondheidszorg onvoldoende. Armoede, maar ook besmettelijke infectieziektes zijn gerelateerd aan een slechte gezondheid en beperkingen in de toegang tot gezondheidsdiensten.

In het gebied ten zuiden van de Sahara waar wereldwijd meer dan 70% van alle immunodeficiëntie infecties voorkomen is de levensverwachting daardoor aanzienlijk verminderd in de leeftijdsgroep van 15-49 jaar. Vroege sterfgevallen onder jongeren en economisch actieve mensen hebben een negatieve invloed op de ontwikkeling van mensen en de economie van een land.

Ongelijkheid in gezondheidszorg

Het Zuid-Afrikaanse gezondheidssysteem bestaat uit een grote publieke sector, een kleine maar snel groeiende private sector en een NGO sector, die zich voornamelijk focust op het voorkomen en bestrijden van HIV/AIDS en Tuberculose. Jaarlijks wordt er door deze NGO’s voor ca.€ 400 miljoen aan donorgeld bijgedragen. Een heel klein deel daarvan komt van de Holland Stellenbosch Medical Foundation. De private sector concentreert zich in tegenstelling tot de publieke sector op curatieve gezondheidsdiensten voor individuen in de stedelijke gebieden en mensen met geld.

De publieke gezondheidssector wordt door de overheid gefinancierd, 40% van alle uitgaven voor de gezondheid komt uit de nationale schatkist. 11% van het BBP wordt aan Volksgezondheid uitgegeven, bijna tweemaal zoveel als door de WHO wordt aanbevolen. Oorzaak daarvan is o.a. de behandeling van HIV/AIDS en Tuberculose , ziekten die een enorme impact op de ziektelast in Zuid-Afrika hebben.

Een andere belangrijke reden voor de hoge uitgave is het feit dat door de grote armoede en werkeloosheid de Zuid-Afrikaanse staat voor de kosten op moet draaien. En toch zijn, ondanks de hoge uitgaven, de gezondheidsresultaten in vergelijking met andere middeninkomenslanden slecht. Het weerspiegelt duidelijk de grote ongelijkheid in de gezondheidszorg in Zuid-Afrika.

Tekort aan medisch personeel

Het aantal beschikbare artsen verschilt ook enorm voor de private sector en de publieke. Gemiddeld is er in de publieke sector 1 arts op de 4300 mensen beschikbaar tegen 1 arts voor 240 patiënten in de particuliere sector. Ca 73% van het aantal artsen werkt in de particuliere sector. Voor rurale gebieden betekent dit dat er soms maar 1 arts voor 30.000 mensen beschikbaar is.
In de particuliere zorgsector, waarvan slechts 16% van de bevolking gebruik van kan maken, wordt jaarlijks € 8 miljard uitgegeven, dat is bijna net zoveel als binnen de publieke sector waarvan 84% van de bevolking voor medische zorg afhankelijk is. Vooral de publieke sector kampt met een groot tekort aan medisch personeel. De Holland Stellenbosch Medical Foundation probeert haar steentje bij te dragen door financiële ondersteuning van studenten die, na afronding van hun studie, in rurale gebieden zorg willen verlenen.
Jaarlijks studeren er in Zuid-Afrika slechts ca 1200 medische studenten af, veel te weinig voor een land met > 53 miljoen inwoners en een bevolkingsgroei van 1.6%.